Citeren
Academisch onderzoek, vanuit welk vakgebied dan ook, dient te voldoen aan de klassieke wetenschappelijke vereisten van originaliteit, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. In de letteren bestaat die controleerbaarheid vooral uit de traceerbaarheid en de verantwoording van de gebruikte bronnen. Dat geldt ook voor studentenwerkstukken. Dat betekent allereerst dat je nooit iets kunt overschrijven of knippen en plakken zonder aanhalingstekens plus bronvermelding. Citaten horen altijd gepaard te gaan met een bronverwijzing. Wees hier zorgvuldig in – overname zonder bronvermelding, hoe kort ook, geldt als plagiaat, bedrog dus.
Maar ook als je niet letterlijk citeert moet je altijd bedacht zijn op de vraag: wie zegt dat, hoe weet je dat, waar heb je dat vandaan, waar is dat op gebaseerd? Telkens wanneer je specifieke gedachten (beweringen, opinies, definities, concepten) opvoert die zijn ontleend aan werk van anderen dan moet dat voor de lezer helder en traceerbaar zijn, ook als het niet gaat om letterlijke citaten maar om parafrases of slechts één specifieke term. In feite komt het erop neer dat praktisch elke bewering – behalve zeer algemeen bekende – gestaafd moet zijn door een externe bron (tenzij voorafgegaan van een heldere uiteenzetting waarin je laat zien hoe je zelf tot die gedachte of definitie bent gekomen). Die externe bronnen kunnen bestaan uit elk medium type, mits ze openbaar beschikbaar (en dus traceerbaar) zijn: boeken, tijdschriftartikelen, onderzoeksrapporten, krantenartikelen, films, tv-programma’s, theaterstukken, YouTube-filmpjes, websites, blogentries, etc. Aan een goed geformatteerde bronnenlijst is direct af te lezen om wat voor type bron het gaat: een boek of een artikel, een bioscoopfilm of een YouTube-film. Overigens word je wel geacht kennis te hebben genomen van het hele werk waaraan je refereert; lukraak wat citaten plukken en de bron vermelden, maakt een werkstuk nog niet wetenschappelijk verantwoord.
Zoals al eerder aangegeven is het niet de bedoeling dat je tertiaire bronnen, zoals woordenboeken, encyclopedieën en Wikipedia, opneemt in je bronnenlijst, ook al zijn ze openbaar toegankelijk en heb je daarvan gebruik gemaakt – gebruik dit soort tertiaire bronnen om primaire bronnen op het spoor te komen, neem die tot je en refereer daar aan. Niet openbaar toegankelijk en dus niet bruikbaar als bronverwijzing zijn: powerpointpresentaties van colleges, hoorcollegeteksten, door de docent geschreven readerteksten, papers of scripties (tenzij online of anderszins gepubliceerd).
Lees meer over:
Of ga terug naar:
- Inhoudsoverzicht Academische Vaardigheden Media en Cultuur